Covercrop
Covercropping ook wel groenbemesting genaamd is “all the rage”. Groenbemesting legt de nadruk wat teveel op bemesting want covercroppen doet meer dan planten van voeding voorzien. Natuurlijke wijn is veel meer dan wijn zonder toevoegingen. Het is wijn die zijn basis in de wijngaard vindt. Bij conventionele wijn kan je naar leuke truccerij grijpen als er iets mis gaat in de kelder, bij natuurwijn moet je eventuele problemen al in de wijngaard ondervangen en groenbemesters spelen vaak een belangrijke rol.
In feite gaat het om een oud gebruik want al eeuwenlang verbouwde men granen, peulvruchten of andere gewassen tussen de druivenranken, deels voor bemesting maar natuurlijk ook om de ruimte tussen de ranken optimaal te benutten.
Vanaf de jaren ‘50 raakte dit gebruik uit de mode. Deels door mechanisatie, met een combine graan tussen de druivenranken oogsten gaat wat lastig en deels door de opkomst van kunstmest. Meer aandacht voor milieu en begrip hoe planten functioneren zorgt voor een terugkomst van dit oude gebruik.
Wat men gebruikt als groenbemester hangt af van het gewenste effect. Zo kan het helpen bij het verhogen van het niveau van voor de plant beschikbare hoeveelheid stikstof door middel van planten van leguminosen die stikstof uit de atmosfeer binden. Ook kan het helpen bij absorberen van overschot van in bodem aanwezige stikstof. Ook verhoging van de hoeveelheid organische stof in de bodem wat de microbiologische bodemactiviteit verbetert kan een motief zijn.
Het kan helpen erosie tegen te gaan door verbetering van water penetratie van de bodem door afscheiding van bodem verbeterende substanties door de wortels. Het beschermt de bodem tegen compactie door neerslag. De covercrop remt immers de snelheid van regendruppels af omdat ze eerst het blad van de covercrop bereiken voor ze op de bodem terechtkomen.
Het kan helpen onkruid te onderdrukken en biodiversiteit te verhogen. Ook ziet het er natuurlijk fantastisch uit!
Het is natuurlijk niet alleen maar lang leve de gloria want er zijn potentiële nadelen. De grootste is wellicht dat ook de covercrop moet groeien en hiervoor zijn water en voedingsmiddelen nodig wat de voor de druiven beschikbare hoeveelheid vermindert.
De mooie beschermende deken van planten verhindert ook dat de zonnestralen niet de bodem bereiken wat ervoor kan zorgen dat deze minder opwarmt waardoor de kans op vorst groter is. Maaien helpt hier natuurlijk evenals het om en om wel en niet zaaien van de ruimte tussen de druiven. Het zaaigoed is natuurlijk niet gratis en zaaien en gaat niet vanzelf. Belangrijk dus om ook een kosten en baten afweging te maken.
Wat men kiest om te zaaien hangt dus van veel factoren en doelstellingen af.
Hoe vigorous mogen de planten zijn en hoe vigorous wil je je wijngaard hebben, m.a.w. voeden van de druivenplanten of wil je juist competitie met de druiven. Wil je erosie tegengaan en/of water penetratie verbeteren dan kies je planten met een flink wortelstelsel die zichzelf weer uitzaaien.
Is er genoeg water beschikbaar voor druif en covercrop en wanneer is het beschikbaar? De keus van gewassen bepaald natuurlijk ook wat voor insecten en andere dieren, goed- en of kwaadaardig je aantrekt.
Heb je aan de hand van de vele criteria uiteindelijk bepaald wat je moet zaaien dan kom je op de vragen als, wanneer zaai ik, moet ik de grond voorbewerken en zo ja hoe, hoe zaai ik, hand of machine, komt er regen, is het nog warm genoeg etc.
Wie eenmaal denkt een geschikte plant gevonden die zou moeten werken is er nog niet. In de natuur komen monoculturen nagenoeg niet voor aangezien kort gezegd een mix van planten het samen over het algemeen beter doen. Monoculturen moeten ook steeds veranderd worden om ontwikkeling van ziektes tegen te gaan. Dit is een belangrijke reden dat men vaak een mengsel van planten zaait als bodembedekkers in de wijngaard.
Een andere belangrijke vraag die beantwoord dient te worden is of je de bodembedekker maait/onderploegt of niet. Maaien kost tijd en geld. Het helpt tegen bodemerosie, zorgt voor vaste ondergrond in natte tijden en er zijn berichten dat er minder ongedierte in de wijngaard te vinden is.
Nadeel is dat het er wat wild uitziet. Bodembedekkers concurreren met de druiven voor water wat ook een gewenst effect kan zijn in wijngaarden waar de druiven wat te uitbundig groeien.
Over het algemeen zijn druiven niet heel veeleisende planten wat voeding aangaat. In de juiste klimaatzones gedijen ze over het algemeen prima. Het is wel van belang dat er voldoende stikstof aanwezig is aangezien dit ook voor een juiste fermentatie van de wijn een belangrijk ingrediënt is. Met name voor natuurwijn is dit zeer belangrijk. Makers van natuurlijke wijn willen immers niks toevoegen aan hun wijn dus ook geen voedingsmiddelen voor gisten. Groenbemesting met behulp van stikstofbindende planten kan hierom een goed idee zijn. Het mag voor zichzelf spreken dat je moet oppassen met de hoeveelheden aangezien teveel stikstof bijdraagt aan overdadige groei van de planten wat het fruit in de schaduw zet en de kwaliteit vermindert. Ook kan het bijdragen aan de ontwikkeling van meeldauw en grondwater vervuiling.
Zoals met alles wat groeit en bloeit geldt ook hier dat het complexe materie is. Er is zoals vaak in de wijnbouw niet een one size fits all, klimaat, bodem, gekozen productiesysteem etc. Allen hebben een invloed en dan hebben we het nog niet eens echt gehad over de bodemorganismen. Wellicht een volgende keer…….
Saluti a tutti!