Palen zetten in de wijngaard
Druiven zijn planten die van oorsprong aan de rand van bossen bivakkeerden. Het zijn fervente klimmers en als je ze geen halt toeroept is er geen houden aan. Vroeger liet men de druiven in speciaal daarvoor gecultiveerde bomen klimmen. Moerbeien werden veel gebruikt, dan had je fruit, zijderupsen en druiven tezamen. In sommige zones maar soms ook andere fruit- en eikenbomen. De kunst was om zowel de boom als de druif dusdanig te snoeien dat ze samen opgroeiden.
Prachtige manier maar zeer arbeidsintensief en dus kostbaar. Er zijn ook manieren om de druiven zelf het boompje te laten worden, in Italie noemt men dit ‘al Alberello’ maar ook dit is veel werk en werkt op sommige plekken beter dan op andere. Vandaag de dag temmen wijnbouwers de druiven meestal met een constructie van draden en palen. Overzichtelijk, vaak productiever, makkelijker schoon te houden en minder werk. Maar ook hier is niet alles pracht en praal.
Wie houten palen gebruikt ziet deze na vaak vele jaren van trouwe dienst afbreken omdat ze rot zijn. En dan zit er maar een ding op, draden en paal verwijderen, gat maken en nieuwe paal erin en draad spannen. Normaal doet men dit soort werk in de winter maar door de werkdruk schiet het er wel eens bij in. Bij 34C, zon en een uitgedroogde grond niet een klus die je in 5 minuten afrond.