Groenbemesting

November. Matig weer, wat regen, wat zon, soms te koud en soms te warm. Beter binnenblijven in het algemeen tenzij je wat te doen hebt. Zaaien van graan bijvoorbeeld. Wintergraan wel te verstaan. Sommige planten hebben veel behoefte aan koude om te gedijen. Dit heeft te maken met hun hormoonhuishouding die zich wijzigt onder de invloed van lage temperaturen en wat er toe leidt dat de plant van de ene groeifase in de ander overgaat. Er is een woord voor: vernalisatie. Voorbeeld zijn uien die meestal een koude periode moeten doormaken om tot bolvorming over te gaan. Maar er zijn ook granen als winterrogge die de kou nodig heeft om een stevige stengel te maken. Wat heeft dat te maken met wijn zult u denken. Wel, ook de wijnboer/druiventeler zaait soms granen en andere gewassen tussen zijn wijnranken. Vroeger was dit noodzaak omdat het areaal aan geschikte landbouwgrond geringer was evenals vaak de opbrengsten per hectare. Voedselproductie dus. Maar tegenwoordig zaait men met name om andere reden, groenbemesting.

Groenbemesting is een oud concept, zeer oud, er is een Indiaase tekst, Vrikshayurveda die er al over rept. En ook de Chinezen en oude Grieken waren er mee bekend.

Het doel van groenbemesting, sovescio in het Italiaans, is grondverbetering. Groenbemesting voedt de grond en diens micro organismen, verbetert de structuur, houdt water en nutriënten vast, verminderd de groei van ongewenste gewassen, voorkomt bodemerosie, verminderd ongedierte, helpt polinatoren als bijen.

Da’s een hele lijst en om dit alles te bewerkstelligen zaait men een mengsel van zaden.

Het gaat te ver om alle ins en outs te behandelen ook omdat wat men zaait afhangt van het type bodem en wanneer men de groenbemesters omploegt of mulched. Als de bemesters bij omploegen jong en vers zijn stimuleert men de biologische activiteit in de bodem en als men ze later mulched verhoogt men de hoeveelheid organische stof in de bodem.

In het grote lijnen bevatten de zaadmengsels meestal:

Diepwortelende gewassen als bepaalde radijzen en lupine. Dan granen als haver en rogge ter verhoging van het organische stofgehalte van de bodem en de vlinderbloemigen als erwten en die met hulp van symbiotische bacteriën stikstof kunnen binden en bijvoorbeeld een snelgroeier als mosterd die de bodem snel bedekt om te voorkomen dat onkruid de groenbemesters voor is.

Groenbemesting heeft ook een keerzijde. Het kost geld, de planten moet je immers zaaien en die zaden zijn ook niet gratis en ze leveren een product op wat je vervolgens niet direct verkoopt.

Een goede wijnboer weet wat hem te doen staat en wat hij in het veld doet verhaalt zich verder in de kantine en de uiteindelijke fles. Goed gevoede planten geven goed gevoede druiven wat goed gevoede micro organismen geeft en ja daaronder vallen ook de gisten in de kelder. Wie denkt dat smaak en karakter van een wijn wordt bepaald door hoe lang je druiven al dan niet met schil in een bepaald vat laat fermenteren doet de complexiteit van het natuurlijk en duurzaam wijnmaken te kort. Kwalitatief goede wijn maken is met name goede druiven kweken.